Monumenten

Vroegere Kantongerecht te Zuidhorn

      

Het voormalig kantongerecht in 2015 en rechts in 1902 op de stoep de toenmalig beheerder Anne Oebeles Harmsma met zijn jonge gezin.

Korte geschiedenis
In 1882 kreeg het kantongerecht van Zuidhorn na bijna 50 jaar een eigen gebouw1. Tot dan vonden de zittingen plaats in een gehuurde ruimte van een logement. Waarschijnlijk was dit de voorganger van Hotel Restaurant in ’t Holt.
Na het nodige politieke gesteggel over de locatie hakte de minister van justitie de knoop door en verrees het pand aan de Gast, tussen Noord- en Zuidhorn. De plattegronden hieronder geven een beeld van de oorspronkelijke indeling van het gebouw.
Op de begane grond waren een cel en een woning voor de concierge die soms ook cipier was 2.  Op de verdieping waren de gerechtszaal en de kamers van de rechter en de griffier. Vanaf 1883 tot en met 1933 werd op de bovenverdieping recht gesproken. Ondermeer door de kantonrechter Sicco Leendert Andreae (1840-1911) die in die tijd op Arnichem woonde.  Hij was een grootvader van de vroegere minister en Europees commissaris Dr. Sicco Mansholt.

Bouwtekeningen van het kantongerecht te Zuidhorn uit 1882  Boven: begane grond met dienstwoning en cel. Onder : verdieping met gerechtszaal en kamers voor rechter en griffier.            (Bron:R.Floor – ‘J.F.Metzelaar en W.C.Metzelaar’  2009)

Na de verhuizing van het gerecht naar Groningen in 1934 bleef het gebouw waarschijnlijk rijkseigendom. Op enig moment werd het daarna aan een particulier verkocht, de vroegere veldwachter Fokke Leistra.
Deze markante figuur woonde hier waarschijnlijk tot 1938.
Dat hij de eigenaar geweest is blijkt uit het verslag van de gemeenteraads-vergadering van 18 juni 1956.
Men besloot die avond in een geheime zitting om het voormalig kantongerecht van de erven Leistra te kopen.
De opzet om zo het opdrijven van de koopprijs te verhinderen, slaagde. De gemeente Zuidhorn verwierf  het gebouw in bewoonde staat voor de schappelijke prijs van f. 8.200.

    Fragment uit de brief waarin de gemeente de provincie inlicht over de gang van zaken rond de aankoop.

De twee huurders, Lebret op de eerste verdieping (nr.66) en Elzinga op de begane grond (nr.68), kregen een nieuw contract aangeboden.
Pas 20 jaar later, in 1979 begon men met de verbouwing tot muziekschool.  Een naam waarmee het pand door de Zuidhorners ook nu nog wordt aangeduid. Zij het dan vaak met de toevoeging vroegere of oude.
Sinds 1934 hebben hier behalve Leistra diverse Zuidhorners kortere of langere tijd gewoond. Daaronder de huisarts Kremer en zijn gezin. Zij woonden hier tot hun nieuwe huis aan de Gast in 1938 werd opgeleverd. Nadien was hier in de oorlogsjaren het distributiekantoor.
Otto Koch, de kassier, woonde met zijn gezin en schoonmoeder op de bovenverdieping. Over de gebeurtenissen in die tijd wordt het een en ander verteld in ‘Zuidhorn 1940 – 1945’ 4.

Beeldbepalend maar niet uniek
Het kantongerecht is voor de huidige en vroegere inwoners van Zuidhorn een beeldbepalend gebouw. Net als het oude gemeentehuis, de voormalige marechausseekazernes of het pand waarin garage Birza gevestigd was.
In deze tijden van voortdurende verbouw van Zuidhorn vormen ze met hun karakterestieke gevels blijvende herkenningspunten. En ze verankeren in zekere zin onze herinneringen  aan mensen en gebeurtenissen uit het verleden van het dorp.

Maar hoe uniek dit bouwwerk voor Zuidhorn ook mag zijn, er blijken in Nederland meer voormalige kantongerechten te zijn die als twee druppels water op dat van Zuidhorn lijken.
Zo fotografeerde ik enkele jaren geleden nog eenzelfde gebouw in Geldermalsen. En ook in Hilversum, Alphen aan de Rijn, Apeldoorn en Oud Beijerland (foto) staan identieke exemplaren. Ze zijn er vrijwel allemaal nog. Alleen dat van Ommen werd afgebroken om plaats te maken voor een doorgaande weg.

 Links: Ommen sloop van het kantongerecht          Rechts: het voormalige kantongerecht van Geldermalsen
In totaal liet justitie tussen 1879 en 1900 zo’n 9 kantongerechten ‘der derde klasse’ bouwen, naar een ontwerp van J.F.Metzelaar (1818-1897), rijksbouwmeester. Zie foto links.
Deze architect werd vooral bekend door zijn unieke concept van de koepelgevangenis.
Daarvan is de gevangenis van Breda wel de bekendste omdat daarin 3 Duitse oorlogs-misdadigers levenslang zaten opgesloten.

 

 

Dronkenschap, landloperij en hondekarren
Wie stonden er in die voorbije decennia in de bovenzaal zoal voor het hekje en waarvan werden ze beticht?  Bij het doorzoeken oude regionale kranten uit die  periode stuitte ik van tijd tot tijd op korte berichten waarin de daders, hun overtredingen èn hun straffen staan vermeld.Slechts zelden gaat het daarbij om inwoners van Zuid- of Noordhorn.Soms komen de wetsovertreders zelfs niet uit het kanton dat het hele Westerkwartier omvatte. Ook duiken er regelmatig delinquenten op zonder vaste woon- of verblijf-plaats. Zoals J.S. in het bericht hiernaast. Vandaag de dag zouden zij voor deze overtredingen minder snel voor de rechter staan.

Spectaculaire gevallen ben ik tijdens deze inventarisatie tot dusverre nog niet tegengekomen. Maar wie weet wat voor interessante zaken er nog uit die oude dossiers te voorschijn zullen komen. Voor het geval uw nieuwsgierigheid gewekt is: In de stellingen van de Groninger archieven wachten zo’n 22,5 meter mappen en dozen op u 5.

Toekomst van het rijksmonument
Na de verhuizing van de muziekschool verkocht de gemeente het gebouw in 2007 onder voorwaarden aan Marcel Dijkstra en Janet Meursing. Beiden zijn interieurarchitect. Ze waren al enige tijd op zoek naar een monumentaal pand met voldoende ruimte en een bepaalde uitstraling. Een gebouw dat ze naar eigen inzicht en behoefte zouden kunnen inrichten. Het voormalig kantongerecht voldeed aan hun eisen. Binnen de muren zouden ze hun eigen gang kunnen gaan. De buitenzijde, en met name de voorgevel moet blijven zoals die is. Deze verplichting vloeit voort uit het feit dat de Gast een beschermd dorpsgezicht is.

Sinds ze het pand in 2008 betrokken is er geweldig veel gebeurd. Het overgrote deel van de indrukwekkende verbouwing wordt door het echtpaar zelf uitgevoerd. Na de rondleiding van zolder tot begane grond was ik diep onder de indruk van de klus die ze hebben aangepakt. Een karwei waarvan het einde langzaam maar zeker in zicht komt. Met liefde en zorg proberen ze oorspronkelijke elementen en stijlkenmerken te bewaren of terug te brengen. Dat geldt b.v. voor de lambrisering onder de ramen van de vroegere gerechtszaal, het patroon in het gestucte plafond en de ingangspartij van het gebouw. Het lijkt niet veel, maar bedacht moet worden dat het gebouw sinds 1934 vele malen van binnen werd verbouwd. Activiteiten waarbij alleen het doel telde. Uiteindelijk bleef er behalve de trap en de dakconstructie weinig van de oorspronkelijke indeling en aankleding behouden. Derhalve, lof voor de twee mensen die dit monumentale pand in Zuidhorn voor het nageslacht bewaren.
Nico Attema

1)Het Kanton Zuidhorn omvatte in die jaren het hele Westerkwartier i.c. de gemeenten Zuidhorn, Ezinge, Aduard, Grijpskerk,Oldehove,Hoogkerk,Grootegast, Oldekerk, Marum en Leek.  Rechters : Roelof Antonius Quintus  kantonrechter in Zuidhorn,  mr. S.L.Andreae en daarna van Swinderen die op Allersma woonde.  Griffiers waren o.a. Ypey en Bolt (naar wie het Boltslaantje is vernoemd)
2) Concierges heetten o.m. Anne Oebeles Harmsma (1842-1923) zie foto op de voorkant en Johannes Wesbonk (1863-1940)  (Gisteren voor de Lens blz.103).
3) Fokke Leistra(1879-1955)  schijnt bijzonder streng, en sterk geweest te zijn. Dit vertelden  mensen als Ab Rozema  die in in hun jeugd met hem te maken hadden.
4)Veldman H.  ‘Zuidhorn 1940-1945’      Profiel Bedum 2010
5) 578 archiefstukken uit de periode 1838-1933 zijn in de Groninger Archieven